Een paar jaar terug observeerde ik als fly on the wall het dagelijks leven in Bagdad voor een serie in de Volkskrant. Ik belandde met een tolk en fotograaf Henry Arvidsson in de kleine werkplaats van goudsmit Abu Leith, in een steegje op de oude souq van Bagdad. Abu Leith behoorde tot de Sabiërs, een bedreigde religieuze minderheid. Zijn werkplaats ging al generaties lang over van vader op zoon. De zaak mat anderhalve meter breed, hooguit vier meter diep. Zijn twee zonen zaten aan een werkbank onder de tv en hamerden en soldeerden sierraden. Abu Leith zat achter een klein bureautje bij de deur en bestelde kleine glaasjes thee bij de theejongen en bood me een aftands krukje tegenover hem aan. Ik stuurde de fotograaf en de tolk weg, want met z’n drieën konden we onmogelijk een vlieg op de muur zijn.
De tv ging over op een Amerikaanse actiezender en terwijl de jongens onder de tv erop los hamerden, werd boven hun hoofd een man door een soort van reuzenoctopus uit een supermarkt gezogen. De held wist nog net te ontkomen en vluchtte naar huis, laadde vrouw en kinderen in zijn fourwheeldrive en reed ervandoor.
Ondertussen liep een man de zaak binnen. Abu Laith liet weer glaasjes thee aanrukken, en ze praatten wat. Op mij hoefde de man niet te letten, ik verstond toch geen Arabisch. Ik zette mijn recordertje aan. Later zou een vriend van me het gesprek vertalen. De man vertelde aan abu Leith dat het hem gelukt was, dat zijn contact op het ministerie hem en zijn vrouw en kinderen paspoorten had verstrekt, zodat ze nu het land konden verlaten. En wanneer abu Laith van plan was om te vertrekken. Ik had mijn buit binnen: ik had mijn verhaal.
Zijn twee zonen van rond de twintig zaagden verder. Met het personage boven hun hoofd liep het ondertussen minder goed af. Eerst verdween zijn vrouw en tenslotte werd ook de man van het gezin door het kwaad gepakt. Toen de aftiteling op tv verscheen voelde ik me een beetje beetgenomen. Waarom zou je een actiefilm willen zien als de hoofdpersoon het uiteindelijk niet overleeft? Die hele zender was een typisch voorbeeld van de zeer gewelddadige Amerikaanse films die je in Nederland niet te zien krijgt en juist in Irak volop. Hoe kwam dat? Had abu Leith de zender aan omdat films waarin zelfs de held het er niet levend vanaf brengt, klopten met zijn eigen leefwereld, het Bagdad van nu? Brachten dit soort films al het geweld hier in perspectief?
Ik moest weer denken aan abu Leith toen ik onlangs antropoloog Joost Beuving sprak. Hij is expert in het observeren en schreef een lijvig werk over zijn specialisme: Qualitative Research. Nadat ik een interview met hem in de krant had gelezen, nodigde ik hem uit voor onze conferentie verhalende journalistiek. Maar nu komt het: Beuving zei al snel dat hij de vlieg op de muur-tactiek maar niets vond. Het is onzin om te denken dat je niet opvalt en daarmee de situatie die je observeert niet beïnvloedt. Neem liever deel aan de wereld die je observeert, en stel vragen.
Ik moest denken aan abu Leith. Toen uiteindelijk de tolk me weer op kwam halen, vroeg ik hem of hij vaker naar die tv-zender keek. Hij glimlachte en zei: ‘Oh nee, die had ik aangezet omdat het in het Engels was, ik dacht, dat kun jij tenminste verstaan.’